Ik zit op een terras op het Plaza de la Merced in het centrum van Malaga. Op het schaaltje voor mij liggen minstens twintig pitten van Ceituna Aloreña, de heerlijke olijven uit de streek. Ik kan niet stoppen met het eten van deze delicatesse, die wat mij betreft symbool staat voor deze heerlijke stad. De meeste mensen zien alleen de luchthaven van Malaga om vervolgens door te reizen, maar daarmee doe je de stad van Pablo Picasso en Antonio Banderas zwaar tekort.
Het plein waar ik zit is een heerlijke verzameling huizen, die in karakteristiek wit en geel, liggen te baden in de zon. En die is uitbundig aanwezig in Malaga. In deze Zuid-Spaanse stad schijnt de zon meer dan driehonderd dagen per jaar en is het in maart al aangenaam met temperaturen boven de twintig graden.
Geboortehuis van Picasso
Aan het Plaza de la Merced staat het geboortehuis van Pablo Picasso. Hoewel de schilder slechts drie jaar in dit huis en maar tien jaar van zijn leven in Malaga heeft gewoond, laat de stad geen mogelijkheid onbenut om haar beroemde inwoner onder de aandacht te brengen. Het geboortehuis van deze markante man is nu een museum, waar je zijn persoonlijke bezittingen vindt. Voor zijn schilderijen moet je naar het Picasso museum even verderop.
Het terras om mij heen wordt steeds voller. Nadat ik de hobby die bijna iedereen heeft, het kijken van mensen vanaf een terrasstoel, een tijd lang heb beoefent, wordt het tijd om een andere hippe plek te bezoeken.
Rooftopbar Alcabaza
Op het dak van hotel Alcazaba zit een zeer geliefde rooftopbar, waar zich aan het begin van de avond hip Malaga verzamelt voor een cocktail. De obers lopen af en aan met flessen wodka en gin, waarmee ter plekke aan tafel de glazen met een grote boog gevuld worden. Iedereen keuvelt er gezellig op los. Nog meer dan de goede drankjes, is het uitzicht op het Alcazaba de grote attractie van dit dakterras. Als de schemer invalt, wordt het antieke bouwwerk verlicht en is het moeilijk deze plek te verlaten.
Het Alcazaba, dat afgeleid is van het Arabische al-qasbah en citadel betekent, is het beste bewaarde Moorse fort van heel Spanje. De oudste delen gaan terug tot de negende eeuw. In de elfde eeuw zijn de vestigingsmuren verder uitgebreid. Vanuit het hoger gelegen kasteel werd de vesting verdedigd. Er loopt een weg omhoog naar het kasteel, die lopend goed te doen is en waar je op het hoogste punt een prachtig uitzicht hebt op de haven en de markante arena van Malaga.
Malaga op de pedalen
Als ik de volgende ochtend aankom bij het verzamelpunt voor de fietstocht, staat er een groep Nederlanders gezellig met elkaar te kletsen. Dat het landgenoten zijn is ook niet zo verwonderlijk als je een Nederlandstalige fietstour boekt. Net als in vele andere steden heb ik deze geboekt bij Baja Bikes. Het voordeel van de fiets is dat je grotere afstanden kan afleggen en ook buiten het centrum komt. Zo fietsen we naar de arena, die ik gisteren nog van boven zag, rijden we over de schitterend aangelegde boulevard en doen het stadsstrand van la Malagueta aan. Dit strand van ruim een kilometer lang is een heerlijke plek om een paar uur of een dag te vertoeven. Restaurants zijn er in overvloed. Ik heb mijn tafeltje voor de avond al uitgezocht.
Een keur aan heerlijke restaurants
Fietsen maakt hongerig en dus wandel ik de binnenstad weer in. Aan einde van de chique winkelstraat Calle Marqués de Larios zitten de straatjes en pleinen vol met restaurants. Het is er van de middag tot laat in de avond één groot openluchtfeest van etende en borrelende mensen. De goede restaurants haal je eruit door te kijken waar mensen staan te wachten op een tafeltje.
Tot slot kan ik natuurlijk de bodega van Antonio Banderas niet links laten liggen. Voor wie hem niet kent, dit is één van Spanjes meest bekende acteurs die in Hollywood furore heeft gemaakt met films als Desperado, The Mask of Zoro en Original Sin met Angelina Jolie. Een paar jaar geleden is Antonio weer in zijn geboorteplaats Malaga gaan wonen en is hij mede eigenaar van bodega El Pimpi geworden. Ook al ga je er niet eten, het is alleen al leuk om door alle verschillende ruimtes van het restaurant te lopen met aan de muur foto’s van alle beroemdheden die mij voor zijn geweest.
Malaga is dé verrassing van Spanje en mijn tip voor een citytrip.
Praktische informatie
Malaga is zeer makkelijk en snel te bereiken vanaf de luchthaven. Met de trein sta je binnen een kwartier in het centrum van de stad. Ik sliep eerst in Hotel Larios en vervolgens in Hotel Alcazaba. Beide hotels liggen zeer centraal en alle bezienswaardigheden zijn op loopafstand.